25… OLDENZAAL

Ik zoek Oldenzaal op het internet, kom met de trein en blijf er een uur ter kennismaking, zeg ja op het verzoek er een maand te gaan wonen en onderzoek te doen, lees op het internet alles wat ik over de stad kan vinden, pak kleren en troep in voor vier weken, rijd naar het oosten, parkeer mijn auto, loop door het centrum, heb een gesprek met een collectant in de Grootestraat, met een Tukker die in de Randstad woont en een jong meisje in de HEMA, ga de kroeg in met vier Turkse jongeren, praat met een hardwerkende restauranteigenaresse, slaap in een piepklein gehorig hotelkamertje, sta vroeg op, loop door ontwakend Oldenzaal, woon een kerkdienst bij in de Plechelmus en zie alleen maar grijze muisjes en een man met een hellebaard, praat met een Noorse vrouw in de Essen, die wafels voor me heeft gebakken, en met een man die zijn hond uitlaat op het industrieterrein, rij de rest van de dag door Oldenzaal en passeer geen enkele keer de stadsgrens, ontmoet zondagavond mijn eerste collega op de redactie, eet in een restaurant met drie bejaarden dames een tafel verder, slaap weer in de kamer zonder uitzicht, sta vroeg op want ik mag verhuizen, ontmoet de andere mannen op de redactie, praat met een gepikeerde hoteleigenaar omdat ik nooit had mogen schrijven dat ik geen uitzicht had, vertrek naar een huisje in het bos, maak kennis met de wethouder voor Cultuur en een van haar medewerkers, zwerf door een bos vol eekhoorns, praat met een gepassioneerde huisjesverhuurder en een jonge werkende vrouw die moe is, krijg steeds meer brieven van Oldenzalers die eenzaam zijn en niet geaccepteerd worden, drink een pilsje in de kroeg met een Rotterdammer wie het goed gaat, eet bij een vrouw met een konijn op het balkon, een verwoed klootschieter laat me zijn kloten zien, een deskundige leidt me samen met een groep vrouwen die aan kunstgeschiedenis doen rond in de basiliek, luister naar twee winkelende vrouwen en een moeder met een lastig kind, ontmoet mijn opdrachtgevers, zie een begrafenis, krijg een fiets te leen, praat met de voorzitter van de jongste carnavalsvereniging, woon (als niet praktiserend katholiek) weer een mis bij, ditmaal in de kapel van de Antoniuskerk, praat na afloop met pastoor van Bremen, bezoek het kunstenaarscentrum in de Tij, praat met een kunstenaar die van hoeden houdt, wordt aangesproken door een herfstbladerenblazer, maak foto’s van hem, zwerf over verschillende begraafplaatsen, rij naar Amsterdam voor een andere begrafenis, huil en rouw en rij weer terug naar het oosten, praat met de secretaris van de oudste carnavalsvereniging,



drink een pilsje met mannen die mijn columns te kritisch vinden, koop boeken op de boekenmarkt in de Hofkerk, fiets met een omweg naar Losser en terug, doe boodschappen in de enige Turkse winkel die ik kan vinden, praat met een man behangen met medailles, en met zijn vrouw en hun buurvrouw, ben bij het elfde-van-de-elfdefeest, praat er met feestvierders en een ex-prins, bezoek de Hubertusdienst in de Mariakerk, luister naar gesprekken in de sauna, ben op het voetbalveld en volg een wedstrijd, zie de dealers in Hengelo, bespreek met de vormgever hoe we de columns gaan bundelen, maak als elke dag weer overal foto’s en eet een visje op de markt met twee vrijwilligers uit de Bond, laat een Turkse kleermaker mijn jas repareren, probeer een gesprek aan te knopen met een Chinese vrouw die alleen Mandarijn spreekt, praat met twee medewerkers van de Sociale Dienst, luister naar biljartende mannen in het Michoriushuis, bezoek een hangplek voor jongeren die allemaal roken, praat met de koster van de Plechelmus, een man op de parkeerplaats én een stratenmaker naast de parkeerplaats, drink thee bij een vrouw die me duizend verhalen vertelt, woon een vergadering bij in een illegaal cafeetje in een garage, ontmoet twee oude Italianen in De Vijfhoek en een teleurgestelde ondernemer, ga met diverse politieagenten op surveillance, eet bij een echtpaar dat hun garage heeft omgetoverd in een Engelse bibliotheek,



praat in het ziekenhuis met leidinggevenden, verpleegsters en tuinmannen, krijg voor de zoveelste keer bijna een aanrijding op de meest domme en stomme rotonde van Nederland, krijg een bundel van een dichtende Oldenzaler, geniet als elke dag van de gesprekken op de redactie, luister naar een vader die een heel zieke zoon heeft, bezoek de revue in de Bond, loop een dag mee met twee hardwerkende vuilnismannen, praat met de brandweercommandant en bezoek de kazerne, eet bij een gezin zonder moeder, praat met de zoon die vecht op het internet, bezoek een kroeg met een slechte naam die erg gezellig blijkt te zijn, bestudeer de statistische gegevens over Oldenzaal, drink koffie met een marktkoopman, beklim de toren met een expert, bezoek een landgoed en zijn bewoner, drink en eet met een zeer luidruchtig gezelschap, ontmoet een machtige man, luister naar Mozart in de Plechelmus, ontbijt met culturelen, ga naar de verjaardag van Janneke, kijk naar het kindercircus en straattheater, loop eindelijk het Palthehuis binnen en zeg een afspraak af omdat mijn oren en ogen tuiten, praat met een kroegbaas en zijn vaste klanten, krijg een kwaad telefoontje van de reinigingsdienst omdat ik hun relatie met de gemeente Oldenzaal heb verstoord, rij naar Amsterdam en leg de laatste hand aan een documentaire die dertien december op tv komt, krijg tijdens een officiële lunch mijn roman met nieuw omslag aangeboden, rij weer terug en ontmoet onverwachts een zeer gefrustreerde ondernemer die het bijltje erbij neer heeft gegooid, beantwoord als elke avond en ochtend de reacties van lezers, praat met een oude vrouw die haar hart uitstort over hoe moeilijk haar man het heeft gehad om hier een bedrijf te beginnen, drink in een stille kroeg thee met de kastelein, praat met een vader wiens kinderen allemaal na hun studie in het westen zijn gebleven, wandel een middag met een jonge Turk die niet weet wat hij wil door Oldenzaal en eet met hem na een dag vasten, ga op visite bij een andere Turk die precies weet wat hij wil en ontmoet zijn ouders, lees een boek over het stadje waar ik heel de dag ben, luister naar een zigeuner en zijn familie,



krijg een rondleiding in een oud slachthuis vol passievolle kunstenmakers, luister naar de klanken en kritieken van de midwinterhoornblazers, verdwaal in Duitsland op weg naar een Oldenzaler die daar nu woont, ontmoet mijn opdrachtgevers en doe verslag van mijn bevindingen tot nu toe, op de parkeerplaats blijkt de autoradio gejat te zijn, overleg met de vormgever over het boekje met de columns dat gemaakt zal worden, praat weer met iemand die tegenwoordig in Duitsland woont, haal mijn geliefde van de trein, neem hem mee naar een open dag van een kunstenaarscentrum en een maaltijd met de Turkse gemeenschap, praat er met allerlei mannen en vrouwen die voornamelijk in Berghuizen wonen, bezoek de jongste carnavalsvereniging tijdens de wisseling van de jonkheren, wandel over de Tankenberg, drink koffie en praat over Oldenzaal in een Duitse boerderij waar de buren niet te zien zijn, drink thee in een kroeg en maak foto’s van glazen bier, lunch bij een familie waar de kinderen vertrokken zijn maar van wie alle neven en nichten nog hier wonen, praat met een directeur van een Heel Erg Groot Bedrijf, zak een avond door met mijn collega’s die onderzoek doen in andere Twentse gemeente, bezoek een middelbare school en ondervraag de leerlingen, rij naar de andere kant van Oldenzaal en praat met hangjongeren die liever niet naar school gaan, woon een discussie bij over het verschil tussen Oldenzaal en Ootmarsum, hoor dat een echtpaar ruzie maakt naar aanleiding van mijn column, geef een lezing op de bibliotheek, bezoek een centrum met demente bejaarden,



verstuur uitnodigingen voor de presentatie, ga weer inpakken om te vertrekken, schrijf de laatste column en hoop dat ik niemand ben vergeten want ik wil iedereen bedanken die gewild of ongewild deel werd van mijn project, en niet in de laatste plaats de vele e-mailschrijvers, mijn collega’s van de krant en mijn redacteur.