door Johan Waumans
Threes Anna heeft iets met niet-Europese locaties. Haar vorige roman, “De stille stad” (“De Leeswolf” 2006, p. 685) speelde zich af in Tokio, en haar laatste, “Vogel kan niet vliegen”, is gesitueerd in Fairlands, in een niet bij name genoemd land, waarvan we kunnen aannemen dat het Zuid-Afrika is. De twee romans brengen heel verschillende verhalen, maar de centrale motieven zijn dezelfde: eenzaamheid en onmacht.
Fairlands is een klein, eenzaam stadje midden in een woestijngebied. Het grootste deel van de tijd wordt het bijna uitsluitend bevolkt door vrouwen: hun echtgenoten zoeken in een afgelegen mijn naar diamanten en keren maar één keer om de zoveel maand naar huis terug. Wanneer dan blijkt dat iemand “een grote” gevonden heeft, volgt er een groot feest.
De grootste werkgever in Fairlands zelf is het Paradise Hotel. Hier werkt Melody als chef van het personeel. Ze heeft meer dan 15 jaar voordien haar man verloren in de mijn. Melody is een bekwame, hardwerkende vrouw, een beetje een harde ook, die zich later zal realiseren dat ze eigenlijk nooit veel vrienden gehad heeft. Haar dochter June is een dromerige, poëtische persoonlijkheid met een voorkeur voor “gemankeerde figuren”. Ze brengt een groot deel van haar tijd door met het verzorgen van gewonde dieren.
Dan besluit de eigenaar van het Paradise Hotel dat Fairlands geen toekomst meer heeft omdat er in de mijn steeds minder diamanten worden gevonden. Hij is van plan om een hotel over te nemen dat zich op een paar dagreizen van het mijnstadje bevindt, en vraagt Melody om met hem mee te gaan. Die stemt na enig aarzelen met zijn voorstel in, maar op de dag van het vertrek wacht haar een grote verrassing: June gaat niet mee. Ze wil trouwen met Scoop, een zanger die kort daarvoor in het hotel opgetreden had. Zowat iedereen wist van de relatie, alleen Melody had niets gemerkt. Ze is verbijsterd, maar vertrekt uiteindelijk toch.
Melody neemt opnieuw haar oude job op en schrijft elf jaar lang iedere maand een lange brief naar haar dochter. Nooit krijgt ze een antwoord. Dan komt er plots een telefoontje van de enige overgebleven winkelier in Fairlands: June is dood. Melody pakt dadelijk haar koffers. Ze wil op de begrafenis aanwezig zijn.
Fairlands blijkt een half door de woestijn teruggewonnen spookstadje geworden te zijn, nog veel meer van de buitenwereld geïsoleerd dan vroeger. Melody treft er een wrokkige, kreupel geworden Scoop aan, maar ook een echte vijand: haar elfjarige kleinzoon River, van wiens bestaan ze helemaal niet op de hoogte was. Dan ontdekt ze ook waarom er nooit één antwoord op al haar brieven gekomen is. En er is natuurlijk ook de wroeging omdat ze al die jaren nooit op een andere manier geprobeerd heeft om met haar dochter in contact te komen.
De titel “Vogel kan niet vliegen” verwijst naar de struisvogel die een belangrijke rol speelt in de dramatische afloop van de roman. Op een ander niveau suggereert hij ook de tragiek van de niet-realiseerbaarheid van verlangens — en of daarmee te leven valt. Threes Anna beschrijft de gevoelens van haar personages op een vrij afstandelijke manier en in een sober gehouden stijl. Net zoals in “De stille stad” slaagt zij erin ook deze mooie roman een poëtische dimensie te geven. De tussenhoofdstukken waarin “het huis” commentaar levert op wat er gebeurd is, dragen daar zeker toe bij.
Threes Anna: Vogel kan niet vliegen, Querido Amsterdam, 2008, 235 p., € 17,95
ISBN 9789021433974. Distributie: WPG Uitgevers
recensie vlabin.vbc